JAARVERSLAG 2020 / PROBUS I OOSTERBEEK

 

  1. In retroperspectief is vast te stellen, dat 2020 een ongewoon jaar is geweest. Het begon gewoon zoals onze jaren gewoon zijn te beginnen. Er werd in de eerste reguliere bijeenkomst verantwoording afgelegd van het gevoerde financiële beleid. En ook nu werd dat, na de gebruikelijke controle te hebben ondergaan, goedgekeurd. Jan Idema en Jan Willem Flach vormden voor dit jaar de commissie die e.e.a. beoordeelde.

 

Maar we beginnen onze activiteiten in 2020 met een borrelbijeenkomst in De Oude Herberg op dinsdag 14 januari. En realiseren ook het voornemen om ons jaarlijks Stamppotten- en toetjesbuffet te laten doorgaan, en wel op maandag 27 januari bij Restaurant Campman in Renkum – aanvang 17:00 uur.

De verslagen van de subverenigingen worden naar gewoonte omlijst door ons muzikale trio “Noot aan de man.”

 

  1. Dick van Oord treedt in februari af als treedt af als penningmeester a.i. De begroting wordt goedgekeurd, de kascommissie bedankt en de penningmeester gedétacheerd.

Hem wordt dank gezegd voor zijn goede beheer van de gelden van Probus I. Dat wordt geaccentueerd met enkele geschenken: een fles wijn, en een golfshirt met het logo  van Probus erop.

 

Het bestuur stelt voor Bauke Haarsma als penningmeester aan te stellen; de vergadering gaat akkoord. Er volgt dan nog een besluit: Michiel Moerdijk en Henry Ketelaars worden in het verlengde van het vorige besluit aangesteld als leden van de kascommissie.

 

III.          Aangekondigd wordt, dat de Interprobusbijeenkomst dit jaar voor 26.10. wordt voorzien. De spreker is dan Peter Glas, de Deltacommissaris en hoogste ambtenaar die over het waterbeheer en de waterbeheersing van Nederland gaat. De bijeenkomst is in restaurant Campman, onze gebruikelijke vergaderlocatie.

Maar op voorhand wordt hierbij aangetekend dat ook hier het klassiek geworden voorbehoud van Jacobus opgeld doet [1]: de bijeenkomst wordt later dit jaar afgezegd in verband met het  woekeren van het coronavirus. Dat blijkt, het zij op voorhand gezegd, veel van wat is voorgenomen voor het jaar 2020 dwars te kunnen zitten

 

  1. Vooreerst is er geen vuiltje aan de lucht. De voordacht wordt op de bijeenkomst van februari 2020 verzorgd door onze voorzitter, Jan van Hoeve. Hij draagt de titel: Zeeuws Vlaanderen, een ongedacht stukje Nederland.

 

Daar is een concrete aanleiding voor: in 2014 bestond Zeeuws Vlaanderen 200 jaar. Bij die gelegenheid is een eigen vlag gemaakt, en zelfs een eigen volkslied gecomponeerd.

Aan het begin van de jaartelling bestond Zeeuws Vlaanderen nog amper, iets dat overigens ook voor een aantal andere delen van ons land gold. In de loop van de volgende eeuwen groeide het aandeel land ten opzichte  van het aandeel water. Zo was het in de 13de eeuw uitgegroeid tot een belangrijk gebied. Er waren diverse steden ontstaan, zoals Hulst. En veel land werd ingepolderd; dat was grotendeels letterlijk monnikenwerk. in de 14de en 15de eeuw kende het gebied een bloeiperiode. Het huis Bourgondië had daar toen het gezag.

In de periode van de 80-jarige oorlog  ontstonden vele vestingwerken, waarvan het bezit wisselde tussen Spanjaarden den Staatse troepen. Dat had invloed op de samenstelling van de bevolking: als de Staatsen de overhand hadden, werden Rooms Katholieken naar het tweede plan verwezen en vice versa. In 1795 werd het gebied noodgedwongen aan Frankrijk  afgestaan en in 1814 voegde Willem I het aan het toen ontstane Koninkrijk der Nederlanden toe. Na WO I claimde België het gebied; een claim die met hulp  van de Limburgers is afgeweerd.

In het landschap zijn nòg de lijnen van oude vestingwerken te zien – evident geïnspireerd door de bouwkundige inzichten van Menno van Coehoorn (1641-1704). Tevens liggen in het gebied verschillende oude, idyllisch ogende stadjes, zoals Biervliet, IJzendijke, Breskens, Cadzand, Retranchement – en vele, vele anderen. En, vooral niet te vergeten: Sluiskil,  de plaats waar de referent van deze avond is geboren – in bakkerij van Hoeve.

 

  1. De uitnodiging voor de bijeenkomst van 23 maart is opgesteld en verzonden. Maar de ontwikkelingen m.b.t. het coronavirus zijn dermate alarmerend, dat besloten wordt vooralsnog van de reguliere bijeenkomsten af te zien. Tot nader order – nauwkeuriger afspraak dan deze kan vooralsnog niet worden gemaakt. Er wordt nog met nadruk bij vermeld, dat de afspraak voor de borrel van 14 april ook niet kan doorgaan: de Oude Herberg is dan gesloten.

 

Dat neemt niet weg, dat iets anders wèl kon doorgaan: de borrel die op 7 juli is gehouden in restaurant Campman. Deuren open, weersomstandigheden ideaal en de schoonheid van onze leefomgeving presenteerde zich weer eens als een vorm van genade.[2]

 

  1. Denaar later zal blijken eerste – golf coronabesmettingen neemt zozeer af, dat besloten wordt onze zomerbijeenkomst te laten doorgaan. In concreto: op 11 augustus, in de Tuin Lage Oorsprong aan de van Borsselenweg in Oosterbeek. Er wordt dan geluncht, op elkaars gezondheid gedronken, wat gewandeld en vooral genoten van de wonderschone locatie en het daarbij passende zomerweer.

 

VII.        Dat alles stemde optimistisch, naar niet veel later blijkt ten onrechte: opnieuw moest worden besloten de reguliere bijeenkomsten af te gelasten. Op het moment waarop dit verslag wordt geschreven, hebben die nog steeds niet plaats gevonden. En het is de vraag wanneer daar verandering in kan komen. Als de voortekenen niet bedriegen – besmettingscijfers, moeilijk te voorziene vaccinatiemogelijkheden e.d. – lijkt een versoepeling van het gekozen beleid niet aanstaande. Dat geldt voor het Europese beleid, dat geldt voor het landelijke beleid. En – mutatis mutandis – precies zo voor dat van Probus I.

 

Het bestuur realiseert zich hoe belangrijk het is de onderlinge band zo goed als mogelijk is te onderhouden. Als dat niet mogelijk is via de normale wegen, moet worden bezien hoe de leden contact kunnen onderhouden via – b.v. – de mail.

Er worden verschillende vormen gevonden: er worden opnamen gedeeld van het musiceren van ‘Noot aan de Man’, er worden columns geschreven, hier en daar standpunten gedeeld, leden attenderen elkaar op wat lezenswaardig is of de moeite van het beluisteren waard – soms zelfs meer dan dat.

 

VIII.       Het heeft er alle schijn van dat het einde van de beperkingen die Covid 19 ons oplegt voorlopig nog niet voorbij zijn. Daar moet het verslag van 2020 mee worden afgesloten. Het bestuur blijft zich bezinnen op mogelijkheden onze onderlinge band te blijven onderhouden – en hoopt dat de leden dat ook doen.

 

Maar, let wel: dat hopen heeft inmiddels al resultaat gehad – een aantal leden heeft het idee gekregen goede korte verhalen te delen en daar middels een rooster en daarbij behorende afspraken ook een stevige structuur aan te geven.

 

Namens het bestuur: Hendrik Jan Nieuwenhuis, secretaris h.t. Probus I Oosterbeek.

[1] Jacobus 4: 13 – 15

[2] Het ambt van de secretaris kruipt ook hier waar het niet gaan kan.